Beleidsindicatoren bedrijfsvoering

Vanaf het begrotingsjaar 2017 lichten gemeenten de effecten van beleid toe door een vaste set beleidsindicatoren op de nemen in de begroting en de jaarrekening. De meeste van deze indicatoren zijn te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl, onder het dashboard “Besluit Begroting en Verantwoording”. Dat geldt niet voor de beleidsindicatoren op het gebied van bedrijfsvoering. Hiervoor is geen landelijke bron beschikbaar. Deze indicatoren zijn gebaseerd op eigen gemeentelijke informatie.

In deze paragraaf worden de beleidsindicatoren bedrijfsvoering gepresenteerd en nader toegelicht.

Beleidsindicatoren bedrijfsvoering

2017

2018

2019

2020

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

1. Formatie: aantal fte per 1.000 inwoners

9,21

9,05

8,98

8,98

2. Bezetting: aantal fte per 1.000 inwoners

9,21

9,05

8,98

8,98

3. Kosten externe inhuur als % van totale loonsom

4%

3%

3%

3%

4. Overhead; % van totale lasten

10%

9%

9%

9%

5. Apparaatskosten per inwoner

€ 775,93

€ 751,80

€ 745,93

€ 746,36

1+2 Formatie en bezetting

De gepresenteerde fte's zijn exclusief formatie en bezetting van B&W, Raad en Raadsgriffie.

De begrote formatie geeft een doorkijk naar de ontwikkeling van formatie in fte conform de huidige meerjarenbegroting. Door het verloop van tijdelijke formatie ( met name in relatie tot de decentralisatieopgave) en de bouwopdrachten neemt de formatieve omvang in het huidige meerjarenperspectief af. Voor de personele bezetting is uitgegaan van een bezetting die maximaal gelijk zal zijn aan de formatieomvang op basis van natuurlijk verloop. In de formatie wordt geen expliciet onderscheid gemaakt tussen fte formatie werken voor derden ( bijvoorbeeld Werkplein Venlo-Venray) en fte formatie van Venlo zelf.

3. Externe inhuur

Bij de start van de decentralisaties is aanvankelijk veel gebruik gemaakt van externe inhuur. Hier wordt inmiddels strak op gestuurd. Enerzijds wordt inhuur omgezet naar (tijdelijke) dienstverbanden en anderzijds is met de implementatie van de HR desk geborgd dat capaciteitsvragen centraal worden getoetst en intern geprioriteerd. Inhuur is hierbij het laatste alternatief.

De kosten van de totale inhuur op organisatieniveau mogen niet meer bedragen dan 8% van de personele lasten. De personele lasten worden hierbij gelijk gesteld aan het totaal van de laatst vastgestelde PersoneelsKostenBegroting (begrotingsbehandeling 4 november 2016, amendement Specifieke & reguliere inhuur 2017-2020).

4. Overhead

Onder de overheadkosten vallen alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Met het primair proces worden de activiteiten bedoeld die rechtstreeks een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de producten en diensten voor onze burgers en bedrijven.

Het inzichtelijk maken van de overhead is nieuw en volgt uit de vernieuwing van het BBV. De komende jaren kunnen we op basis van ervaringscijfers en vergelijking met andere gemeenten een inhoudelijke analyse maken van de uitkomsten van deze indicator.

5. Apparaatskosten

De apparaatskosten bestaan uit de loonkosten voor het ambtelijk apparaat, de inhuur en de totale kosten voor overhead. Kosten voor diensten die zijn uitbesteed, zoals de belastingsamenwerking BSGW vallen niet onder de apparaatskosten. Gemeenten die veel diensten uitbesteden hebben dan ook naar verwachting relatief lage apparaatskosten ten opzichte van gemeenten met weinig uitbestede taken. De dalende lijn in de apparaatskosten per inwoner wordt met name veroorzaakt door de afname van de formatie en de externe inhuur.