Wonen en Leefomgeving

Het meerjarig budgettair kader voor programma 10 ziet er na verwerking van alle voorstellen als volgt uit.

Programma 10: Wonen en Leefomgeving

Bedragen x 1.000

Budgettair kader

2017

2018

2019

2020

Baten inclusief mutatie reserves

Stand ontwerpbegroting 2016

3.606

9.212

9.413

9.091

Raadsbesluiten na vaststelling begroting

122

35

10

10

Actuele stand baten

3.728

9.247

9.423

9.101

Nieuwe ontwikkelingen

15.467

18.250

8.320

10.929

Totaal baten ontwerpbegroting 2017-2020

19.196

27.497

17.743

20.030

Lasten inclusief mutatie reserves

Stand ontwerpbegroting 2016

14.326

20.011

20.193

19.870

Raadsbesluiten na vaststelling begroting

66

-21

-5.610

-5.609

Actuele stand lasten

14.392

19.990

14.584

14.261

Nieuwe ontwikkelingen

10.450

12.987

9.097

11.689

Totaal lasten ontwerpbegroting 2017-2020

24.842

32.977

23.681

25.951

Saldo ontwerpbegroting 2017-2020

-5.646

-5.480

-5.938

-5.920

Toelichting nieuwe ontwikkelingen

Op 22 maart 2016 is het Wetsontwerp “Omgevingswet 2018” door de Eerste Kamer aangenomen. Invoering van de wet staat gepland voor eind 2018. De impact op de gemeentelijke organisaties is minstens vergelijkbaar met het traject van de 3 decentralisaties. Gemeenten vervullen straks de regierol inzake de vergunningverlening. De implementatie van de Omgevingswet binnen de gemeentelijke organisatie is wettelijk verankerd. Het gedachtegoed van de Omgevingswet sluit bovendien naadloos aan bij de stevige ambities die Venlo heeft neergelegd in onder andere de Besturingsfilosofie en Dienstverleningsvisie. Werkprocessen dienen anders – volledig digitaal, interactief, integraal en voor burgers transparant - te worden ingeregeld, nadere afspraken met ketenpartners zijn nodig en nieuw beleid (gezondheid bij vergunningverlening) doet haar intrede. Om de doelen van de Omgevingswet te realiseren zijn forse investeringen nodig in ICT en data, bijscholing op diverse niveaus en aanpassing van de (bestuurs-)cultuur en competentieontwikkeling. Zoals in de Kadernota 2016 reeds verwoord, dient voor het jaar 2017 hiervoor een bedrag van € 0,2 miljoen gereserveerd te worden. Gedurende 2016 zal verdere duidelijkheid komen over de kosten van de implementatie van de wet. Dan kan een nadere indicatie worden gegeven van de kosten voor de komende jaren, maar ook van de te verwachte maatschappelijke baten en mogelijke bezuinigingen op langere termijn.

Voor het meerjarenprogramma Bodem en ondergrond 2016-2020 en het uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2016-2018 zijn de baten en lasten binnen programma 10 voor 2017 met € 0,7 miljoen, 2018 met € 1,1 miljoen, 2019 met € 0,3 miljoen en voor 2020 met € 0,2 miljoen gestegen. De hoofddoelstelling van het programma is de transitie van een saneringsgericht bodembeleid naar een toekomstgericht beleid waarbij het duurzaam en efficiënt beheren van bodem en ondergrond centraal staat. Dit toekomstgerichte beleid dient aan te sluiten op de invoering van de Omgevingswet, een nieuwe wet waarbij niet meer de sectorale regel maar de maatschappelijke opgave centraal staat. De basis van het MJP vormt het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020. Voor de uitvoering van het convenant zijn aan de gemeente Venlo financiële middelen toebedeeld.

Er is een nieuwe doelenboom samengesteld in de programma’s 6, 7, 8, en 10. Alle organisatieproducten in deze programma’s zijn op basis van de vastgestelde programma’s en collegeproducten gescreend en onderliggende budgetten op diverse plaatsen herschikt. Per saldo een budgettair neutrale begrotingswijziging.

Binnen programma 10 zijn de lasten structureel met € 0,3 miljoen verhoogd.

Actualisatie van verwachte kosten en opbrengsten van (majeure) projecten grondexploitaties in de jaarschijven 2017 t/m 2020 volgens de meest recente berekeningen en planningen. Het gaat om eerder door de raad verleende meerjarige kredieten voor grondexploitaties binnen de gesloten financiële huishouding. Uiteraard zijn deze kredieten gedekt. In deze begrotingswijziging wordt een budgettair neutrale actualisatie zichtbaar gemaakt van de baten en lasten van betreffende grondexploitaties. Deze wijziging geeft eveneens een actueel beeld van de kasstromen van betreffende grondexploitaties waarop de financieringsbehoefte van de gemeente kan worden afgestemd. Door deze actualisatie zijn de baten voor 2017 met € 16,8 miljoen, 2018 met € 19,2 miljoen, 2019 met € 10 miljoen en 2020 met € 12,7 miljoen verhoogt binnen programma 6. Daarnaast zijn de lasten voor 2017 met € 15,6 miljoen, 2018 met € 18 miljoen, 2019 met € 14,3 miljoen en 2020 met € 17,1 miljoen naar boven bijgesteld.

De laatste jaren hebben het niet-realiseren van geraamde declarabele projecturen tot grote verliezen geleid in de jaarrekeningen. Tevens hebben oplopende plankosten geleid tot financiële druk op grondexploitatie- en andere projecten waardoor het risico op verlieslatende projecten aanzienlijk is. Ook voert de discussie over toerekening van ambtelijke uren aan projecten voortdurend de boventoon, zodat het vraagstuk over de doelstellingen waar projecten en grondexploitaties aan moeten bijdragen en wat dat ons als gemeente waard is, ondersneeuwt. Binnen programma 10 is voor € 2 miljoen rekening gehouden met minder declarabele projecturen voor de grondexploitatie. Tevens is het tekort van declarabele uren als taakstelling PersoneelsKostenBegroting (PKB) terug gelegd bij de organisatie en maakt deze post onderdeel uit van de herijking PersoneelsKostenBegroting (PKB).

Binnen programma 10 is door het schrappen van (inhuur)middelen voor tijdelijke formatie ten behoeve van (niet leges-plichtige) taken op het gebied van Veiligheid, Toezicht en Handhaving (VTH) invulling gegeven voor 2017 en 2018 met € 0,1 miljoen van de taakstelling deregulering.