Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities is de derde doelstelling uit het treasurystatuut. Hierin wordt met name invulling gegeven door te werken met integrale financiering. Dit houdt in dat niet voor iedere investering een aparte lening wordt aangetrokken, zoals zou plaatsvinden indien projectfinanciering zou worden gehanteerd, maar dat het totaal van investeringen wordt gefinancierd. De rentelasten hiervan worden vervolgens via een administratieve rekenrente omgeslagen naar de producten en maken vervolgens deel uit van de programma’s. Deze methode is minder arbeidsintensief dan projectfinanciering. Daarnaast heeft integrale financiering met renteomslag een stabiliserend effect op de begroting.
Met ingang van het begrotingsjaar 2018 is de Notitie rente 2017 verplicht. Voor het begrotingsjaar 2017 wordt de toepassing van de notitie aanbevolen. De notitie bevat een aantal stellige uitspraken en aanbevelingen hoe om te gaan met de rentelasten en -baten in de begroting. Één van de aanbevelingen betreft het opnemen van onderstaand renteschema. Hiermee wordt o.a. inzicht gegeven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van toerekening. In de begroting 2017 zijn de volgende rentebedragen verwerkt:
De aan de taakvelden toe te rekenen rente moet worden toegerekend aan de boekwaarde van de investeringen per 01-01-2017 ad € 439.424.208. Dit leidt tot een omslagrente van 3,39%. Doordat er 3,75% wordt doorbelast naar de producten ontstaat er een positief financieringsresultaat. Het rentepercentage over de opgenomen langlopende én kortlopende leningen bedraagt in 2017 gemiddeld 3,61% rente.