Vanaf 2014 is een integraal afwegingskader ingesteld waarbinnen onrendabele investeringen worden afgewogen, het zogenaamde kapitaallastenplafond. Hierbij wordt een expliciet onderscheid aangebracht tussen de afwegingen binnen de reguliere exploitatie (baten en lasten) en afwegingen binnen de investeringssfeer. Nieuwe onrendabele investeringen (zowel vervanging als uitbreiding) moeten passen binnen de ruimte die daarvoor meerjarig ter beschikking is gesteld door de Raad. De gemeenteraad is vrij om het kapitaallastenplafond te verhogen en/of te verlagen.
In de Kadernota 2017 is een separaat en aanvullend integraal afwegingskader voor het (meerjaren) investeringsplan vastgesteld. Dit betreft o.a.:
- In tegenstelling tot voorgaande jaren en het vastgestelde beleid zal het voorportaal niet voor 1 jaar bepaald worden maar voor alle jaren tot en met de jaarschijf 2020.
- Alle investeringskredieten worden langs de lat gelegd van de visie Venlo 2030 en de kaders van de kadernota zoals deze door uw raad worden vastgesteld.
- Beoordeling van alle (restant)kredieten inclusief het op een kritische en realistische wijze verwerken van het verwachte tempo van de uitgaven.
Toepassing van bovenstaand afwegingskader heeft geleid tot de volgende begrotingsvoorstellen:
1. Voorgesteld wordt het kapitaallastenplafond structureel met € 1,1 miljoen te verlagen ten gunste van de exploitatie. Met andere woorden een deel van de investeringsruimte wordt ingezet voor financiering van exploitatie uitgaven.
2. De restantkredieten zijn tegen het afwegingskader opnieuw beoordeeld. In onderstaande tabel zijn de kredieten opgenomen die kunnen vrijvallen. Daarnaast dient de screening van restantkredieten in het najaar 2016 een vervolg te krijgen en wordt hiervoor een taakstelling van € 250k structureel voorgesteld, waarmee het bovengenoemd investeringsplafond structureel is verlaagd.
MFA Op den Berg
Voor wat betreft MFA op den Berg gaan we op basis van de actualiteit een scenario ontwikkelen waarin naast onderwijshuisvesting en gymnastiekruimte ook het huis van de Wijk wordt betrokken. In dit scenario zal het financiële plaatje en de gevolgen voor gemeente en toekomstige gebruikers (exploitatie) in beeld worden gebracht. Het uitgewerkte scenario wordt onderdeel van de integrale afweging bij de begroting 2018 - 2021.
3. Ook bij de aanvragen voor het investeringsplan 2017 en het voorportaal 2018-2020 wordt op basis van het afwegingskader voorgesteld een substantieel aantal investeringen niet te honoreren. Met het oog op de onzekerheid die thans nog steeds bestaat over de realisatie van een verkeerskundige oplossing voor de Vierpaardjes stellen wij u voor om de door ons hieraan te leveren financiële bijdrage, in de vorm van een investeringskrediet van €12 miljoen, nu nog niet mee te nemen in de investeringsplanning. Het ruimtebeslag hiervan is erg groot, net als de mate van onzekerheid. Zo voorkomen we dat we onze begrotingsruimte waarschijnlijk onnodig beperken en hiervoor maatregelen moeten nemen die wellicht daarvoor achteraf op dit moment niet nodig zouden zijn geweest. Dat laat overigens onverlet dat we een bescheiden voorbereidingskrediet hiervoor in stand laten en uiteraard voortgaan op de ingeslagen weg. Dat betekent overigens ook dat, indien we uiteindelijk succesvol zijn, we op dat moment keuzes moeten maken ten aanzien van de financiële dekking.
4. Van alle (restant)investeringskredieten zijn de verwachte kasstromen binnen het investeringskrediet opnieuw beoordeeld en verwerkt.
De afwegingen binnen de investeringsplanning leiden tot de volgende financiële effecten:
Beschikbare ruimte voor vervangings- en uitbreidingsinvesteringen
Tot op heden werd er alleen een voorportaal investeringen opgesteld voor het begrotingsjaar t+2 (in dit geval 2018) waarbij er jaarlijks een bedrag gereserveerd werd van € 1,4 miljoen structureel en cumulatief voor het opvangen van nieuwe uitbreidings- en vervangingsinvesteringen. Op basis van het vastgestelde kader in de kadernota is voor de eerste keer een volledige doorkijk gegeven van de verwachte investeringsbeslissingen tot en met 2020. De investeringen voor 2019 en verder nemen in omvang af. In de meerjarenbegroting is een ruimte beschikbaar binnen het kapitaallastenplafond van € 0,8 miljoen in 2018, € 1,1 miljoen in 2019 en € 2,3 miljoen in 2020.
In bijlage II is een nadere toelichting op de investeringen en de ontwikkeling van de kapitaallasten opgenomen.