Algemene middelen

Inleiding

Dit programma is geen inhoudelijk beleidsprogramma. Vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording is het onderdeel algemene (dekkings)middelen een verplicht begrotingsonderdeel. In dit deel worden onder andere de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente verantwoord en wordt financieel inzicht gegeven in de overhead van de gemeente. Ten dele staat deze informatie ook bij de paragrafen.

Wat willen we bereiken?

De strategische doelstelling van dit programma is “het hebben van een duurzaam gezonde financiële huishouding voor de gemeente”. Deze strategische doelstelling beslaat de gehele concernbegroting, in dit programma wordt dit expliciet verwoord en zichtbaar gemaakt.

Het voeren van een solide financieel beleid is randvoorwaardelijk voor het realiseren van de ambities op de (middel)lange termijn waarbij op een doelmatige en doeltreffende manier wordt omgegaan met onze middelen.

Bij de behandeling van de kadernota heeft u een geactualiseerde visie op het te voeren financieel beleid vastgesteld. Hierin zijn ambities vertaald vanuit het coalitieprogramma "Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid".

Beoordeling van de financiële positie en de strategische doelstelling vindt plaats aan de hand van de vier concrete doelstellingen elk voorzien van één of meerdere kengetallen. Schematisch ziet dit er als volgt uit:

De beoordeling van de financiële positie is geen doel op zich en moet altijd bezien worden in het licht van de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijk rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij van evident belang. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces en moet het bestuur helpen verantwoorde keuzes te kunnen maken voor de (middel)lange termijn. Afwegingen waarbij de beantwoording van de 3 W-vragen: Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten? afgezet worden ten opzichte van de impact op de financiële positie.

De geactualiseerde visie en ambities zijn vertaald en geconcretiseerd in de financiële verordening. Hierin zijn verwoord de uitgangspunten voor het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie.

IndicatorJR 20152017201820192020
Provinciaal toezicht (meerjarig repressief)1,001,001,001,001,00
Wij streven jaarlijks naar repressief toezicht (het standaard toezicht) van de provinciaal toezichthouder. Dit wordt aangeduid met de waarde 1,00 (preventief toezicht heeft de waarde 0,00).

Wat gaan we daarvoor doen?

In 2015 heeft de provincie Limburg het financieel verdiepingsonderzoek 2015 - 2018 uitgevoerd. De provincie Limburg heeft als het ware een foto gemaakt van de financiële positie en financiële functie. Op basis van dit rapport hebben Gedeputeerde Staten van Limburg een uitspraak gedaan over de toezichtsvorm voor vier jaar: 2015 - 2018. De provincie heeft geconcludeerd dat de gemeente Venlo aan de voorwaarden van meerjarig repressief toezicht voldoet (standaard toezichtskader). Dit betekent dat de periode tot en met het begrotingsjaar 2018 toezichtsarm zal zijn.

De provincie heeft hier de voorwaarde aan verbonden dat de gemeente aangeeft op welke wijze de integrale weerstandscapaciteit uiterlijk aan het einde van de meerjarenraming 2016 - 2018 weer op het door de raad gewenste niveau komt (1,o).

Vernieuwing BBV

In deze begroting is de gewijzigde wet- en regelgeving als gevolg van de vernieuwing van het Besluit Begroting en Verantwoording geconcretiseerd. In 2017 wordt de verdere implementatie geoptimaliseerd en afgerond.

De ontwikkelingen rondom de landelijke discussie rondom het stelsel van de financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten en de verdeling van het gemeentefonds worden nauwlettend gevolgd.

Materieel en structureel sluitende (meerjaren)begroting

  • Structurele uitgaven worden gedekt door structurele inkomsten;
  • Realiseren van vastgestelde taak- c.q. bezuinigingstaakstellingen in alle programma’s van de begroting;
  • De uitkeringen uit het gemeentefonds zijn algemeen dekkingsmiddel;
  • Specifieke rijksbezuinigingen worden doorgezet naar de doelgroep of gemeenschap, er vindt in principe geen ‘reparatie’ plaats uit de algemene middelen;
  • Specifiek toe te rekenen bezuinigingen en efficiencykortingen welke concreet het gevolg zijn van taakmutaties worden financieel doorvertaald ten laste van de beleidsposten in de begroting;
  • Indien het Rijk bezuinigingen en efficiencykortingen terugdraait dan worden deze ‘teruggegeven’ aan het betreffende beleidsterrein;
  • Toepassing van de budgettaire spelregels;
  • Verdere implementatie van het proces verwerving derde geldstromen.

Het beschikbaar hebben van voldoende middelen (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van de geïdentificeerde risico’s, waarbij de risicobereidheid is: “Venlo is geen risicomijdende gemeente”

  • Monitoren van de bestaande risico’s en identificeren van nieuwe risico’s;
  • Toetsing van de effectiviteit van de genomen risicostrategie en bijstellen hiervan;
  • Het concreet (stapsgewijs) aanvullen van de weerstandscapaciteit indien de (meerjarige) weerstandsratio onder de 1,0 komt;
  • Het jaarlijks in de begroting opnemen van de post onvoorzien van € 0,5 miljoen en separaat inzichtelijk maken van de kosten die hieruit betaald worden;
  • (Actualisering en) Implementatie van de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing.

De (meerjaren)begroting is voldoende wendbaar om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen

  • Sturing is gericht op het hebben van een structureel positieve exploitatieruimte;
  • Het monitoren en gericht sturen op en het niet overschrijden van het kapitaallastenplafond;
  • Verder implementeren van een adequaat systeem tot het realtime inzichtelijk houden van de structurele exploitatieruimte;
  • Bijdrage leveren aan de landelijke lobby en discussie tot flexibilisering van  inkomstenbronnen  en herziening van de financiële verhoudingen Rijk - gemeenten;

De schuldpositie van de gemeente bevindt zich op een acceptabel niveau

  • Het eerst aanwenden van de (interne) beschikbare financieringsmiddelen voordat nieuwe leningen worden aangetrokken;
  • Niet overschrijden van het kapitaallastenplafond;
  • Het behoudend verstrekken van leningen en garanties aan derden. Implementatie beleidskader 'verstrekken van leningen en garanties';
  • Het voeren van een actief liquiditeitenbeheer en uitvoeren van liquiditeitenprognoses;
  • (Actualisatie en) Implementatie van het investeringsbeleid;

Bedragen x 1.000

Middelen Programma 12

Baten / Lasten

2016

2017

2018

2019

2020

Algemene middelen

Baten

255.442

248.372

249.897

249.406

248.544

Lasten

14.670

36.096

32.823

37.267

35.578

Subtotaal programma 12

240.772

212.276

217.074

212.139

212.965

Onttrekkingen aan reserves

Baten

3.828

1.887

1.019

947

875

Toevoegingen aan reserves

Lasten

4.162

1.379

3.436

1.823

2.022

Saldo programma 12 na verrekening reserves

240.439

212.785

214.657

211.263

211.818

Overzicht algemene dekkingsmiddelen

Bedragen x 1.000

Programma

2017

2018

2019

2020

Baten

Financiering

4.446

4.325

4.288

4.323

Integr.uitkering.soc.domein

94.949

95.292

95.332

94.455

Lokale heffingen

36.084

36.084

36.084

36.084

Overheadkosten

699

699

699

699

Overige alg dekkingsmiddelen

1.887

1.019

947

875

Uitkeringen gemeentefonds

112.194

113.496

113.002

112.982

Totaal baten

250.260

250.916

250.353

249.418

Lasten

Financiering

-1.886

-4.386

173

-1.624

Lokale heffingen

1.391

1.198

1.193

1.192

Overheadkosten

36.052

35.472

35.362

35.471

Overige alg dekkingsmiddelen

1.379

3.436

1.823

2.022

Post onvoorzien

539

539

539

539

Totaal lasten

37.475

36.259

39.090

37.601

Saldo algemene dekkingsmiddelen

212.785

214.657

211.263

211.818

Overhead

Een ingrijpende wijziging van de wet- en regelgeving Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is dat de lasten en baten van overhead niet meer afzonderlijk worden toegerekend aan de beleidsprogramma's. De lasten en baten van overhead worden centraal verantwoord binnen dit programma. Onder overhead wordt verstaan het geheel van functies en kosten gericht op de sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces. Voorbeelden hiervan zijn Huisvesting, Management, Financiën, Personeel & Organisatie, Inkoop, Juridische zaken, Control, Interne en Externe communicatie, Bestuurszaken en ondersteuning. Op deze wijze wordt inzicht gegeven in de concernbrede kosten overhead en daarnaast is door een éénduidige systematiek een betere vergelijking mogelijk met andere gemeenten.

Beleidskaders

Naast sectorale beleidsvisies hebben de volgende kaderstellende documenten een relatie met dit programma.

- Financiële verordening gemeente Venlo;

- Nota investeringsbeleid;

- Nota reserves en voorzieningen;

- Nota risicomanagement en weerstandsvermogen;

- Fiscaal beleidsplan;

- Garantstellingen en verstrekken van leningen;

- Treasurystatuut;

- Budgethoudersregeling;

- Nota grondbedrijf;

- Controleverordening gemeente Venlo;

- Verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Venlo;

- Belastingverordeningen.

Programma's

De uitgaven en inkomsten binnen dit programma zijn algemeen van aard en niet direct te koppelen aan één of meerdere van de overige programma’s 1 t/m 11. Het betreffen algemene dekkingsmiddelen. Gezien de aard van de uitgaven en de inkomsten binnen dit programma wordt een bijdrage geleverd aan alle programma’s door het genereren van inkomsten of algemene dekkingsmiddelen ter dekking van de concernbegroting.