Algemene conclusie financiële positie

De financiële positie speelt een belangrijke rol om een goede en integrale afweging te kunnen maken over de te varen koers op de korte, maar vooral op de (middel)lange termijn. De financiële positie is geen doel op zich en moet altijd bezien worden in het licht van de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijk rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij van evident belang. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces en moet ons bestuur helpen verantwoorde keuzes te maken voor de (middel)lange termijn. Afwegingen waarbij de beantwoording van de 3 W-vragen: wat willen we bereiken? wat gaan we daarvoor doen? wat mag het kosten? afgezet worden ten opzichte van de impact op de financiële positie.

De beoordeling van de financiële positie vindt plaats op basis van de door uw raad vastgestelde strategische en de van daaruit vastgestelde tactische doelstellingen. Schematisch ziet dit er als volgt uit:

De tactische doelstellingen zijn elk voorzien van één of meerdere kengetallen.

Deze kengetallen, inclusief analyse en beoordeling worden uitgebreid toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing en in de paragraaf financiering.

Sluitende begroting

Doelstelling is een materieel en structureel sluitende (meerjaren)begroting. Voor de jaren 2017 - 2020 zijn wij, in lijn van de Programmabegroting 2016 - 2019, erin geslaagd om een begrotingsoverschot te behouden hetgeen toegevoegd kan worden aan het (weerstands)vermogen ter versterking van onze financiële positie.

Uw raad heeft bij de behandeling van de Kadernota als kader meegegeven de noodzaak en omvang tot reserveringen van het (weerstandsvermogen) af te wegen bij de begroting tegen de achtergrond van de ontwikkeling van de ratio weerstandsvermogen. Op basis hiervan hebben wij de afweging gemaakt om niet extra te bezuinigen en de toevoeging aan het (weerstands)vermogen voor 2019 en 2020 naar beneden bij te stellen ten opzichte van de kadernota. Dit tegen de achtergrond van de ontwikkelingen 2019 en verder. Wij hebben hierbij de afweging gemaakt dat de toevoeging 2020 in de begroting 2016-2019 niet voorzien was en de toevoegingen 2017 en 2018 naar boven zijn bijgesteld. Per saldo neemt de toevoeging over de jaren niet af ten opzichte van de begroting 2016 -2019.

In onderstaande tabellen is dit beknopt weergegeven.

Bedragen x 1.000

2017

2018

2019

2020

Baten

389.246

388.904

387.950

393.270

Lasten

-390.009

-390.625

-391.772

-396.728

Budgettaire opgave

-763

-1.721

-3.822

-3.457

Oplossingen

1.013

2.026

2.112

2.268

Saldo

250

305

-1.711

-1.189

Bijstelling toevoeging (weerstands)vermogen

-250

-305

1.711

1.189

Begrotingsresultaat

0

0

0

0

Bedragen x 1.000

2017

2018

2019

2020

Toevoeging weerstandsvermogen begroting 2016

409

1.466

3.137

3.137

Bijstelling toevoeging (weerstands)vermogen

250

305

-1.711

-1.189

Toevoeging weerstandsvermogen begroting 2017

659

1.771

1.426

1.948

Uit de analyse van de begroting 2017 - 2020 blijkt dat er sprake is van een materieel en structureel sluitende begroting. De structurele exploitatieruimte is nog altijd positief maar wel iets lager dan de meerjarenprognoses uit de programmabegroting 2016 - 2019. Belangrijk aandachtspunt is dat er in de begroting een aantal structurele bezuinigingstaakstellingen gerealiseerd moeten worden.

Het totaal van de begrote baten en lasten na oplossingen bedraagt in 2017 € 389,8 miljoen. In onderstaande twee cirkeldiagrammen is achtereenvolgens weergegeven waaruit de verwachte baten en lasten van gemeente Venlo in 2017 bestaan.

In het eerste diagram is te zien dat de belangrijkste baten naar verwachting in 2017 afkomstig zijn van het gemeentefonds, de integratie uitkering sociaal domein en de specifieke uitkeringen.

In het tweede diagram komt naar voren dat met €199,8 miljoen meer dan de helft van de begrote lasten in 2017 wordt verwacht in de programma’s “Participatie en Werkgelegenheid” en “Zorg en Welzijn”. Dit wordt met name veroorzaakt door de lasten binnen het sociaal domein (o.a. als gevolg van de decentralisaties).

De beleidsinhoudelijke toelichting op de programma’s is opgenomen in hoofdstuk 3 en de financiële toelichting op de programma’s in hoofdstuk 5.

Voldoende weerstandscapaciteit

De doelstelling is het beschikbaar hebben van voldoende middelen (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van de geïdentificeerde risico's, waarbij de risicobereidheid is: "Venlo wil geen risicomijdende gemeente zijn". De integrale ratio weerstandsvermogen bevindt zich voor het jaar 2017 onder de 1,0 en herstelt zich in 2018 net boven de 1,0 en neemt toe tot 1,22 in 2020. Vanwege de door u vastgestelde streefwaarde en de harde voorwaarde van de provincie dat de ratio zich in 2018 structureel boven de 1,0 bevindt betekent dit dat er strak gestuurd zal worden op het mitigeren van de gekwantificeerde risico's en/of de omvang van de weerstandscapaciteit. De solvabiliteitsratio is ondanks een kleine verbetering ten opzichte van de prognoses in de programmabegroting 2016 - 2019 met 15% nog altijd aan de lage kant.

Wendbare begroting

Bij deze doelstelling gaat het om de bepaling of de begroting voldoende wendbaar is om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Het kapitaallastenplafond is verlaagd met € 1,1 miljoen, hetgeen betekent dat de begroting op termijn met minder rente en afschrijvingen belast gaat worden hetgeen de wendbaarheid ten goede komt. De structurele exploitatieruimte is nog altijd positief maar wel iets lager dan de meerjarenprognoses uit de programmabegroting 2016 -2019 en de belastingcapaciteit biedt nog enige ruimte ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

Acceptabele schuld

De doelstelling is dat de schuldpositie van de gemeente Venlo zich op een acceptabel niveau bevindt. De schuldquotes bevinden zich binnen de door u vastgestelde streefwaarden. De solvabiliteitsratio bevindt zich daarentegen, ondanks een kleine verbetering ten opzichte van de prognoses in de programmabegroting 2016-2019, nog altijd aan de lage kant en de schuld per inwoner is nog altijd relatief hoog ten opzichte van landelijk gemiddelden.

De omvang van de schuldpositie neemt de eerste jaren nog toe, overeenkomstig eerder afgegeven meerjarenprognoses. Hierbij is er wel een verbetering te zien ten opzichte van de prognoses uit de Programmabegroting 2016 - 2019. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een toename van de baten van de exploitatie en anderzijds door een forse intensivering voor wat betreft de beoordeling en fasering van de investeringsuitgaven en door inhoudelijke keuzes die gemaakt zijn voor wat betreft de investeringen (bijvoorbeeld: Vierpaardjes, accommodaties). Nieuwe en aanvullende inhoudelijke keuzes op de investeringsplanning zullen van invloed zijn op de schuldpositie.

Algemene conclusie

Gezien het begrotingsoverschot in relatie tot de aanwezige structurele begrotingsruimte kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een materieel en structureel sluitende begroting. Hiermee voldoen we aan de strategische doelstelling en aan de voorwaarde van de provincie voor het houden van meerjarig repressief toezicht.

Wij zijn van mening dat we er met deze begroting in geslaagd zijn een volgende stap te zetten ter versterking van het fundament van onze financiële positie. We zien een licht verbeterde schuldpositie ten opzichte van de begroting 2016-2019 en we behouden een begrotingsoverschot tot en met 2020 ter versterking van ons (weerstands)vermogen. Hierbij worden er inhoudelijke keuzes en een beperkt aantal bezuinigingen aan uw raad voorgelegd. Een aantal moeilijk te realiseren bezuinigingstaakstellingen wordt als besparingsverlies voorgelegd, waarbij naar onze mening een aantal nieuwe realistische keuze- en bezuinigingsmogelijkheden wordt aangedragen.

Wij zijn ons er ook terdege van bewust dat we een aantal keuzes voorleggen die risico's met zich meebrengen, zoals een aantal ontwikkelingen met mogelijk financiële consequenties die nog niet zijn doorvertaald in deze begroting zoals de Vierpaardjes. Vanwege de door u vastgestelde streefwaarde ratio weerstandsvermogen en de harde voorwaarde van de provincie dat de ratio zich in 2018 structureel boven de 1,0 bevindt, betekent dit dat wij strak zullen sturen op het mitigeren van de gekwantificeerde risico's en/of de omvang van de weerstandscapaciteit om dit doel in 2018 te realiseren.

Overeenkomstig de afgelopen jaren zullen we ook de komende jaren scherp in de wind moeten zeilen. Nieuwe en/of aanvullende invulling van ambities en/of investeringen zullen van dekking voorzien moeten worden waarbij nieuwe afwegingen en keuzes noodzakelijk zijn. Het blijven voeren van een en stringent begrotingsbeleid en toepassing van de door u vastgestelde regels budgetdiscipline blijft ook de komende periode randvoorwaardelijk. Waakzaamheid blijft nog altijd geboden!