Participatie en Werkgelegenheid

Inleiding

Het programma Participatie en Werkgelegenheid is één van de programma’s waarin de drie decentralisatieopgaven in het sociale domein zijn ‘geland’. Dit programma richt zich op maatschappelijke participatie en de uitvoering van de Participatiewet.

Naast het hebben van betaald werk is maatschappelijke deelname aan de gemeenschap van groot belang. Niet alleen voor het individu maar ook voor de gemeenschap als geheel. Wanneer onze inwoners onderdeel zijn van een vitale gemeenschap, waar mensen elkaar kennen en helpen, dan kunnen veel problemen zelf opgelost worden.

Bij het streven naar participatie voor allen past het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt: een arbeidsmarkt die plaats biedt voor jongeren en ouderen en voor mensen met en zonder beperking. Participatie via arbeid levert een krachtige bijdrage aan sociale, economische en financiële zelfstandigheid, verstrekt het gevoel van eigenwaarde en levert een bijdrage aan de sociale cohesie en de economie. In 2016 vindt er een arbeidsmarktanalyse plaats. De uitkomsten van deze analyse zullen richtinggevend zijn voor de diverse projecten die uitgevoerd worden om de inclusieve arbeidsmarkt te bereiken.

De Participatiewet biedt tevens een financieel vangnet voor mensen die geen of onvoldoende middelen van bestaan hebben. Deze taak is wettelijk vastgesteld in deze wet die per 1 januari 2015 is ingegaan. Daarnaast is er gemeentelijk armoedebeleid, het sluitstuk van het financieel vangnet. De activiteiten binnen programma 3 zijn daarmee of gebaseerd op een wettelijke taak of ze vallen binnen de ambities zoals geformuleerd in de Kadernota 2017.

Voor de periode 2014-2018 is het coalitieprogramma ‘Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid’ richtinggevend. Met name de lijn onder 4: ‘Toekomstperspectief voor iedereen’, is van belang voor het programma Participatie en Werkgelegenheid. Eveneens draagt het programma Participatie en Werkgelegenheid bij aan de vier kernopgaven van de Sociale Structuurvisie 2022 ‘Ik ken jouw naam, jij de mijne. Samen zijn we Venlo’, met name kernopgave 1: ‘Iedereen, jong en oud, met en zonder beperkingen, neemt vanuit zijn eigen mogelijkheden deel aan de samenleving en levert een zinvolle bijdrage. Dat kan door een betaalde baan, als vrijwilliger of mantelzorger of als lid van een actieve gemeenschap.’

Met behulp van de doelenboom geven we schematisch weer welk strategisch kader de gemeente hanteert en welke doelstellingen de gemeente wil realiseren.

Wat willen we bereiken?

Iedereen doet naar vermogen mee aan de samenleving en voorziet zover mogelijk zelf in het inkomen
Deelnemen aan de samenleving kan op vele manieren en op verschillende niveaus. De Participatieladder is een meetinstrument waarmee je kunt vaststellen in hoeverre iemand, meedoet in de samenleving. De ladder is onderverdeeld in zes treden: van sociaal geïsoleerd tot werkend zonder ondersteuning. Door een meting in de stadspeiling wordt de verdeling van alle Venlose inwoners over de Participatieladder zichtbaar. Daarmee worden de resultaten van het gemeentelijk participatiebeleid transparant.

Figuur 3.21 Participatieladder

Ambities Coalitieprogramma Venlo 2014 - 2018

Uit het Coalitieprogramma Venlo 2014 – 2018, “Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid” worden de volgende relevante ambities aangegeven:

  • We willen de eenzaamheid bestrijden door mensen te verbinden en organisaties die eenzaamheid tegen gaan sterk houden
  • In nauwe samenwerking met maatschappelijk middenveld en ervaringsdeskundigen willen we het armoedebeleid evalueren en waar nodig versterken. De uitvoering van het armoedebeleid willen we waar mogelijk met inzet vanuit de samenleving zelf (uit bestaande middelen c.q. gekoppelde middelen vanuit amendement) realiseren.
  • We willen komen tot een strategisch partnerschap met alle belanghebbenden bij de arbeidsmarkt
  • We willen vooroordelen van de arbeidsmarkt tegengaan door samenwerking met zelforganisaties die hier acties op willen ontplooien

Het vorenstaande leidt tot de volgende opdracht en kader voor ons als gemeente:

Iedereen doet naar vermogen mee aan de samenleving
en voorziet zover mogelijk zelf in het inkomen.

De wettelijke basis voor het handelen van de gemeente binnen het programma Participatie en Werkgelegenheid is onder meer te vinden in de Gemeentewet, de Participatiewet en diverse daarop betrekking hebbende andere wetten.

Het bovenstaande kader werken we uit in de volgende tactische doelstellingen:

PARTICIPATIE: Het (naar vermogen) actief deelnemen aan de maatschappij.

IndicatorJR 20152017201820192020
Aandeel dat deelneemt in de samenleving door werk of andere maatschappelijke activiteiten (vrijwilligerswerk/ mantelzorg/ wederkerigheid)77,0079,0080,0081,0082,00
Deze indicator is het percentage mensen dat deelneemt in de samenleving door werk of andere maatschappelijke activiteiten van het totale aantal inwoners in Venlo. De verwachting is dat door ontwikkelingen in Venlo (o.a. het werkgeversservicepunt, werkbedrijf en Huizen van de Wijk) en de economische ontwikkeling het aandeel dat deelneemt in de samenleving zal stijgen.

Wat gaan we daarvoor doen?

Om mensen naar vermogen deel te laten nemen aan de arbeidsmarkt of maatschappij, staat een groot aantal instrumenten ter beschikking. Deze instrumenten zijn wettelijk of gebaseerd op (regionaal) beleid. Er zijn echter een tweetal randvoorwaarden waar aan voldaan moet worden namelijk inkomensondersteuning en het bestrijden en voorkomen van armoede in de maatschappij. Als mensen op deze punten worden ‘ontzorgd’, wordt deelname aan de samenleving makkelijker.

Na de uitleg over de doelstellingen over deelnemen aan de maatschappij wordt op deze randvoorwaardelijke doelstellingen ingegaan.

Het (naar vermogen) actief deelnemen aan de maatschappij

Naast het hebben van betaald werk is maatschappelijke deelname aan de gemeenschap van groot belang. Niet alleen voor het individu maar ook voor de gemeenschap als geheel. Wanneer onze inwoners onderdeel zijn van een vitale gemeenschap, waar mensen elkaar kennen en helpen, dan kunnen veel problemen zelf opgelost worden. Ons verenigingsleven is ondenkbaar zonder de inzet van vrijwilligers en de ondersteuning van en zorg voor onze zwakste inwoners zou van een heel andere kwaliteit zijn zonder de belangeloze inzet van mantelzorgers. Overigens kunnen sommige activiteiten een volgende stap zijn naar betaald werk.

In mei 2016 is de beleidsnota op het gebied van maatschappelijke participatie (werktitel ‘Inwoners aan zet, maatschappelijke participatie’) opgeleverd. Belangrijke elementen voor deze beleidsnota zijn:

  • Verbreden van de vrijwilligerscentrale tot dé plek voor vrijwilligers voor informatie en training.
  • Het stimuleren en faciliteren van de vrijwilligers in de Huizen van de Wijk en het verenigingsleven om potentiële kracht in de wijk aan te boren;
  • Het stimuleren van het geven van een wederkerigheidsprestatie in de wijk en het wegnemen van eventuele belemmeringen;
  • Ondersteuning en waardering voor mantelzorgers en informele zorg vrijwilligers.
  • Het harmoniseren van onze subsidieregels voor vrijwilligersorganisaties zodat deze gericht zijn op het stimuleren en mogelijk maken van initiatieven. Tegelijkertijd brengen we meer eenduidigheid en eenvoud in de regels.
  • Medio 2015 is het nieuwe team bewonersondersteuning van start gegaan. Bewonersondersteuners staan ten dienste van de wijk en richten zich op het ontstaan en behouden van zelfsturende gemeenschappen die in staat zijn om hun eigen prioriteiten te stellen en zelf activiteiten te ontwikkelen;
  • Communicatie: vanuit de kapstok Samen zijn wij Venlo gaan we actief communiceren over al deze thema’s.

Het concept Huis van de Wijk is een belangrijk instrument om maatschappelijke participatie te bevorderen en in het verlengde hiervan de toekomstige vraag naar zorg en ondersteuning te verminderen. Het informatie & advies punt in de Huizen van de Wijk wordt gerund door vrijwilligers en is de plek waar mensen terecht kunnen voor vragen en waar verbindingen tot stand komen. Ontmoeten en ontplooien zijn twee belangrijke functies die in en door de wijk worden aangeboden om participatie te bevorderen. Het buurt- en bewonersnetwerk is een volgende mogelijkheid om mee te doen in onze samenleving en kan een eerste stap zijn op weg naar een volgende trede op de participatieladder. Tevens is het concept Huis van de Wijk en met name het buurt- en bewonersnetwerk de vindplaats voor met name het Sociale Wijk Team voor signalen over ondersteuningsbehoefte, waaronder die van (ver)eenzaming.

De open inloop is ook een belangrijke functie in het concept Huis van de Wijk. Vooral bij de open inloop bestaan er mogelijkheden om verbindingen te leggen tussen de verschillende decentralisatieopgaven (Wmo 2015 en Participatiewet en in mindere mate Jeugdwet). Ook aan de mogelijke verbinding met arbeidsmatige dagbesteding zal, in het licht van de transformatie van de uitvoering van de sociale werkvoorziening, aandacht worden besteed.

We gaan op verzoek van uw raad werk maken van de aanpak van de grote groep laaggeletterden in Venlo. We sluiten daarbij aan op Het Regionaal Programma Volwasseneneducatie Regio Noord-Limburg. Doelgroep zijn analfabeten, laaggeletterden en vrijwillige inburgeraars van 18 jaar en ouder.

Professionals worden opgeleid om laaggeletterdheid te herkennen en bespreekbaar te maken. Zo zijn de jongerencoaches op het Werkplein inmiddels getraind om de Taalmeter in te zetten om laaggeletterde jongeren te lokaliseren. De volgende medewerkers worden eind 2016/ begin 2017 getraind: coaches van het Werkplein, coaches schuldhulpverlening en medewerkers sociale wijkteams, Huizen van de Wijk, Leerplicht en Regionaal Meld- en Coördinatiepunt schooluitval. Financiële middelen voor 2017 komen uit bestaande budgetten voor volwasseneneducatie, armoedebeleid, onderwijsachterstandenbeleid en preventief jeugdbeleid.

Het naar vermogen voorzien in eigen inkomen

Bij het streven naar participatie voor allen past het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt: een arbeidsmarkt die plaats biedt voor jongeren en ouderen en voor mensen met en zonder beperking. Participatie via arbeid levert een krachtige bijdrage aan sociale, economische en financiële zelfstandigheid, versterkt het gevoel van eigenwaarde en levert een bijdrage aan de sociale cohesie en de economie.

Bij het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt richt het programma Participatie en Werkgelegenheid zich op de volgende vier onderdelen:

1. Van onderwijs naar werk

2. Van werk naar werk

3. Van uitkering naar werk

4. Werkgeversdienstverlening

Voor de exacte projecten zal de arbeidsmarktanalyse richtinggevend worden. Deze analyse wordt in 2016 gemaakt en geeft aan op welke doelgroepen en/of sectoren de focus gelegd moet worden.

1. Van onderwijs naar werk

De invoering van de Participatiewet heeft voornamelijk invloed op de arbeidstoeleiding voor leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (vso), praktijkonderwijs (PrO) en entreeonderwijs. Deze kwetsbare groep jongeren is veelal aangewezen op intensieve begeleiding en ondersteuning om aan het werk te komen en aan het werk te blijven. Deze begeleiding werd voorheen hoofdzakelijk verzorgd door de arbeidsdeskundigen van het UWV. Wanneer geen preventieve gemeentelijke activiteiten worden ondernomen komen deze jongeren met de komst van de Participatiewet bij de gemeente terecht. In de arbeidsmarktregio Noord-Limburg werken voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en entreeonderwijs, UWV en gemeenten intensief samen binnen de netwerkorganisatie Baanwijs. Alle kwetsbare jongeren in Noord Limburg gaan naar vervolgonderwijs, hebben en behouden een werkplek, passende dagbesteding of zitten in een toeleidingstraject. Dat is de ambitie van Baanwijs. Deze ambitie werd 25 juni 2015 onderstreept door de ondertekening van het convenant Baanwijs in Theater De Maaspoort.

Door landelijke ontwikkelingen binnen onderwijs, waaronder de entreeopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de invoering van de referentieniveaus rekenen en taal komt het uitstroomperspectief van deze leerlingen richting het mbo en richting arbeid nog verder onder druk te staan. Een integrale benadering en een soepele overgang van school naar werk is hierdoor meer dan ooit van belang. Het programma Participatie en Werkgelegenheid in relatie met het programma Onderwijs en Jeugd maakt zich sterk voor een integrale en goed afgestemde uitvoering tussen onderwijs, ondernemers en overheid. Met name voor de kwetsbare jongeren wordt hiervoor ook de ESF-subsidie ‘Actieve inclusie’ over het eerste tijdvak maximaal aangewend.

Ontwikkeling of ontplooiing, in welke vorm dan ook, houdt daarnaast niet op na het behalen van een startkwalificatie. Van onze inwoners wordt verwacht dat zij zich blijven ontwikkelen zodat hun kansen op regulier werk zo goed mogelijk en duurzaam worden geborgd. De Wet educatie en beroepsonderwijs biedt voor de gemeente de basis om aandacht te schenken aan onder meer volwasseneneducatie.

In 2016 starten wij met het opstellen van een beleidsnota onderwijs. Als gemeente zijn wij niet verantwoordelijk voor de kwaliteit (inhoud) van het geboden onderwijs en de beleidsnota heeft dan ook niet deze strekking. Wat we met de beleidsnota duidelijk willen maken, is dat onderwijs ‘loont’ en in alle gevallen zou moeten zijn gericht op het verkrijgen van arbeid/inkomen en/of participatie/meedoen.

2. Van werk naar werk

Idealiter gaan werknemers die met werkloosheid worden bedreigd over van de ene naar de andere baan. In de fase tussen werkloosheidsdreiging en het ontslag is er van alles mogelijk om een overgang van werk naar werk te stimuleren. Met name binnen de samenwerking met het UWV binnen het Werkplein heeft de gemeente aandacht voor inwoners die van baan willen veranderen of ontslagen dreigen te worden door te bemiddelen van werk naar werk. Onder meer de flexibilisering van de arbeidsmarkt zorgt voor een sterkere focus op het begeleiden van werk naar werk door de gemeente.

3. Van uitkering naar werk

De Participatiewet is van grote invloed op de wijze waarop de gemeente omgaat met toeleiding naar de arbeidsmarkt. De Participatiewet redeneert vanuit het vergroten van de eigen kracht van burgers. Een samenspel is hierbij nodig van inwoners die geloven in hun kwaliteiten, in combinatie met gedreven sociale ondernemers, vernieuwende zorgaanbieders en een goed faciliterende overheid. Het is de bedoeling dat de inwoners die onder de Participatiewet, de Wajong of de Wet Sociale Werkvoorziening vallen, een gewone baan vinden, zo nodig met subsidie. In nauwe samenspraak met elkaar werken Rijk, gemeenten en de sociale partners de afspraken van het sociaal akkoord verder uit in de landelijke Werkkamer. De uitkomsten zijn door vertaald in het regionale Werkbedrijf.

4. Werkgeversdienstverlening

Om ad 1 tot en met 3 succesvol te kunnen laten zijn is het vormgeven van een werkgeversdienstverlening cruciaal. Het zijn namelijk de ondernemers die de werkgelegenheid creëren. De regiogemeenten in Noord-Limburg, het UWV en de Sociale werkvoorzieningsschappen in de regio zetten daarom gezamenlijk de vraag van de ondernemer centraal in het Werkgeversservicepunt regio Noord-Limburg. De keuze voor een regionale aanpak komt voort uit het regionale karakter van de arbeidsmarkt: werknemers en werkgevers beperken zich niet tot de gemeentegrenzen, maar zij richten zich op een breder gebied. Hiervoor heeft het Rijk het land verdeeld in 35 arbeidsmarktregio’s. Venlo heeft als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio Noord-Limburg een regisseursrol toebedeeld gekregen. De regionale aanpak laat onverlet dat gemeenten een belangrijke rol (blijven) vervullen naar lokale ondernemers.

Analoog hieraan is regionaal voortvarend aan de slag gegaan met de oprichting en inrichting van het Regionaal Werkbedrijf. Het Werkbedrijf regio Noord-Limburg streeft naar een inclusieve arbeidsmarkt. Het Werkbedrijf regio Noord-Limburg kiest voor een bredere opdracht dan de doelgroep voor de Banenafspraak en biedt dienstverlening aan alle werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. De primaire focus ligt bij de meest kwetsbare doelgroepen.

Als centrumgemeente voert Venlo deze taken voor de Regio Noord-Limburg uit. Zoals in het marktbewerkingsplan vastgelegd ziet de beleidsagenda voor 2015-2018 er als volgt uit:

  • Invulling geven aan de Banenafspraak
  • Aandacht voor strategische personeelsplanning
  • Focus op kansrijke sectoren
  • Benutten van kansen over de grens
  • Inspelen op flexibiliteit en mobiliteit
  • Aansluiten van onderwijs en arbeidsmarkt

Het resultaat van de vraaggerichte benadering is een goede relatie met de ondernemers, waardoor we hun behoefte begrijpen en zij ons zien als partner. De kracht van de dienstverlening is het ombuigen van de vraag van de ondernemers naar de mogelijkheden van de mensen in de werkzoekendenbestanden met als resultaat meer mogelijkheden voor de mensen in de werkzoekendenbestanden en minder mensen geregistreerd als werkzoekende. De samenwerkende partijen leggen verbindingen met onderwijs, brancheverenigingen, sociale partners en andere betrokken organisaties om te komen tot publiek-private arrangementen met ondernemers.

Inkomensondersteuning

De Participatiewet biedt tevens een financieel vangnet voor mensen die geen of onvoldoende middelen van bestaan hebben. Deze taak is wettelijk vastgelegd in de Participatiewet en past binnen de ambitie van de gemeente. Daarnaast zorgt inkomensondersteuning er ook voor dat hogere kosten op andere maatschappelijke terreinen worden vermeden. Bijvoorbeeld door inkomensondersteuning in te zetten om een huisuitzetting te voorkomen.

Het is de bedoeling dat inwoners zo kort mogelijk van deze voorziening gebruik maken. De betrokken inwoner heeft zelf de verantwoordelijkheid om alles te doen om weer zo snel mogelijk een reguliere (betaalde) baan te verwerven of op een ander manier in voldoende middelen van bestaan te voorzien. De verantwoordelijkheid van de gemeente is om de daarvoor noodzakelijke faciliteiten te bieden. Daarnaast verwachten wij van de inwoner die gebruik maakt van de voorziening dat er naar vermogen iets terug gedaan wordt voor de ontvangen diensten.

Naast hetgeen is vastgelegd in de Participatiewet voert de gemeente Venlo ook armoedebeleid uit. Dit is het sluitstuk van het gemeentelijke vangnet. Hiervoor zijn diverse regelingen en verordeningen vastgesteld, waaronder:

  • Geld-Terug-Regeling;
  • Minimabeleid;
  • Verordening individuele inkomenstoeslag;
  • Kwijtschelding gemeentelijke belastingen.

De gemeente voert ook de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en het daarop gebaseerde Beleidsplan Schuldhulpverlening uit. Uitgangspunt van het beleid is dat schulden geen belemmering mogen vormen voor een volwaardige deelname aan de maatschappij.

Onlangs is het armoedebeleid geëvalueerd. Hier is ook het maatschappelijk middenveld bij betrokken. Er zijn een aantal speerpunten geformuleerd die samen met het maatschappelijk middenveld uitgewerkt worden.

Bedragen × 1.000

Middelen Programma 03

Baten / Lasten

2016

2017

2018

2019

2020

Participatie & werkgelegenheid

Baten

47.219

46.334

46.317

46.317

46.317

Lasten

86.004

77.865

77.151

76.198

75.404

Subtotaal programma 03

-38.785

-31.531

-30.834

-29.881

-29.087

Onttrekkingen aan reserves

Baten

608

229

230

-

-

Toevoegingen aan reserves

Lasten

557

-

-

-

-

Saldo programma 03 na verrekening reserves

-38.734

-31.302

-30.604

-29.881

-29.087

Beleidskaders

Dit programma heeft o.a. een relatie met de volgende documenten:

  • Strategische visie ‘Regio in Balans’;
  • Strategische visie Venlo 2030;
  • Raadnotitie ‘Burgers aan Zet’;
  • Sociale structuurvisie ‘Ik ken jouw naam, jij de mijne. Samen zijn wij Venlo’;
  • ‘Op weg naar de menselijke maat’, hoofdlijnen van beleid voor de decentralisatieverantwoordelijkheden in Venlo met bijbehorende beleidskaders per decentralisatie;
  • Beleidsplan Decentralisaties Sociaal Domein gemeente Venlo ‘Een bijzondere tijd’;
  • (Uitvoeringsprogramma) Sportvisie Venlo 2013-2018 ‘Samen sporten, samen leven’; 
  • Cultuurnota ‘Kansen voor Cultuur! Cultuurbeleid gemeente Venlo 2011-2015’;
  • Coalitieprogramma ‘Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid’.

Programma's

Het programma Participatie heeft relaties met een aantal andere programma’s, bijvoorbeeld:

  • Programma 2 Openbare Orde en Veiligheid: het hebben van een eigen inkomen voorkomt dat mensen zich gedwongen voelen (armoede) diefstal te plegen of door de uitzichtloosheid verslaafd raken;
  • Programma 4 ‘Zorg en Welzijn’: wetenschappelijk is aangetoond dat er een causaal verband bestaat tussen armoede en de vraag naar zorg. Verder is ook aan de orde in het kader van de wederkerigheid van inzet van bijstandsgerechtigden in ‘Huizen van de Wijk”, vrijwilligerswerk en anderszins.
  • Programma 5 ‘Onderwijs en Jeugd’: het faciliteren van voldoende en kwalitatief goed bewegingsonderwijs levert een bijdrage aan het versterken van de gezondheid van onze inwoners en daarmee de inzetbaarheid voor werk;
  • Programma 6 ‘Economie en Toerisme’: de relatie met de arbeidsmarkt en het beroeps onderwijs/ kennisinfrastructuur is evident.
  • Programma 7 Sport- en cultuurbevordering: levert een bijdrage aan het versterken van de gezondheid van onze inwoners, alsmede het welzijn van onze inwoners;
  • Programma 10 Wonen en Leefomgeving: een passend woningaanbod is rand voorwaardelijk voor de arbeidsmarkt.
  • (Het programma Participatie en Werkgelegenheid levert een bijdrage aan de perspectieven van ‘Vitale Gemeenschappen’  en ‘Innoveren en Vermarkten’ uit de strategische visie ‘Regio in balans’. Het programma draagt ook bij aan beide hoofdopgaven uit de Strategische visie 2030: ‘het versterken van de maatschappelijke ruggengraat’ en ‘het versterken van de economische structuur van de stad’.
  • Bij het stimuleren van maatschappelijke participatie ligt een duidelijke relatie met het programma Zorg en Welzijn.